Het groeiende mobiliteitsprobleem
Stadsverkeer lijkt steeds drukker en drukker te worden. Sterker nog, de instantie Verenigde Naties toont in een onderzoek aan dat in 2033 maar liefst 80 á 90 procent van de wereldbevolking in een stad woont. Het wegennet in een stad is niet berekend op die exponentiële groei, met als gevolg dat smog een steeds groter risico vormt voor de gezondheid.
Alternatieven
Uitbreiding van het wegennet is geen optie en daarom investeren steeds meer bedrijven in alternatieven. Denk bijvoorbeeld aan verbeteringen van het openbaar vervoer, carsharing en micromobiliteit: kleine deelvoertuigen die makkelijk te parkeren zijn en weinig plaats innemen.
Inzetten op micromobiliteit
Een van de partijen die inzet op micromobiliteit is Seat dat samen met diverse partners (zoals IBM en Telefonica) zichzelf op de markt positioneert als ‘urban mobility leverancier’, precies zoals alle andere merken doen. Seat presenteerde eind 2018 de Kickscooter (in samenwerking met Segway) en begin 2019 de Minimo conceptcar.
Actieradius
De Kickscooter is een elektrisch aangedreven step met een actieradius van 25 kilometer die geschikt is voor de zogenoemde ‘last miles’. Je parkeert je auto in de stad en vervolgens leg je de laatste kilometers met de step af. Met de Kickscooter wordt ondertussen in een aantal Spaanse steden getest of het daadwerkelijk een oplossing kan bieden voor het mobiliteitsprobleem.
Te veel ruimte innemen
Een step lijkt ideaal voor korte afstanden in droog helder weer, maar bij slechte weersomstandigheden of het vervoeren van bagage is deze vorm van mobiliteit ongeschikt. Een uitkomst lijkt natuurlijk de auto, maar die neemt in de stad te veel ruimte in. Veel automerken investeren daarom in zogenoemde ‘microauto’s’ of ‘quadricycles’. Voertuigen die het midden houden tussen een motorfiets en een auto, met één of twee zitplaatsen en (meestal) een elektrische aandrijving.
Slechts 2,5 meter lang
Toyota heeft al diverse malen microauto’s gepresenteerd en Renault bracht in 2011 de Twizy op de markt. Veel navolging kwam er in de jaren daarna niet. Totdat Seat de Minimo presenteerde, een elektrische stadsauto met twee zitplaatsen, diverse autonome functies en speciale software ter ondersteuning van een carsharing-netwerk. De Minimo is slechts 2,5 meter lang en 1,24 meter breed, waardoor de auto op parkeerplaatsen voor motorfietsen kan parkeren.
Weinig ruimte
Daarnaast neemt hij simpelweg veel minder ruimte in op de weg. En aangezien de meeste bestuurders 90 procent van de tijd alleen in de auto zitten, zijn er niet meer dan twee zitplaatsen nodig. De bestuurder zit in het midden van de auto en achter hem is er plaats voor bagage of een tweede passagier. De micro-auto heeft een actieradius van 100 kilometer en door middel van uitneembare accu’s (a vijftien kilo per stuk) kun je hem vrij vlot weer opladen.
Carsharing stimuleren
Veel interessanter is het feit dat Seat met de Minimo carsharing wil stimuleren. De auto ondersteunt Google Android (en in een later stadium Apple CarPlay) en synchroniseert met de agenda en een applicatie op je smartphone. Wanneer je een afspraak in de agenda hebt staan, rijdt de Minimo automatisch naar je huidige bestemming. Via een applicatie ontgrendel je vervolgens de auto en via Google Maps navigeer je naar de eindbestemming. Op die manier heb je te allen tijde vervoer tot je beschikking.
Navolging
Is micromobiliteit in combinatie met carsharing en smartphone-integratie dan de oplossing voor het groeiende mobiliteitsprobleem? Seat neemt nu het voortouw met de Minimo, die in 2021 op de openbare weg moet verschijnen. De tijd zal het leren of in navolging van Renault en Seat andere autofabrikanten op het idee inspringen.
Het bericht Is micromobiliteit de toekomst van stadsverkeer? verscheen eerst op ZERauto.nl.